Vertrouwenspersoon

Bij Kristien hechten wij waarde aan de preventie van grensoverschrijdend gedrag en integriteitsproblematiek. Om de sociale veiligheid op de werkvloer te bevorderen en te bewaken kunt u bij ons gebruik maken van professioneel opgeleid en juridisch onderlegde vertrouwenspersonen. Onze vertrouwenspersonen werken onafhankelijk, objectief en staan neutraal binnen uw organisatie. Op die wijze vormen zij een deskundige spil in de vorming van uw psychosociale arbeidsbeleid en bij de bewaking van de wet Bescherming Klokkenluiders.  Uw medewerkers kunnen bij gevoelige kwesties  de vertrouwenspersoon in vertrouwelijke setting benaderen. De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor, streeft naar de-escalisering en de- juridisering. Mocht een informele oplossing toch niet in de lijn van de wensen liggen dan wordt de klager bijgestaan in het proces van de formele klachtenafhandeling.  De vertrouwenspersoon signaleert misstanden of ongewenste onderstroom in de werkomgeving.  Naar aanleiding van die signalering volgt jaarlijks een verslag van de thema’s die spelen rondom ongewenst gedrag, grensoverschrijdend gedrag, of gedrag wat de veiligheid of integriteit van de organisatie of andere belanghebbenden schaadt. Binnen het waarborg van de vertrouwelijkheid informeert de vertrouwenspersoon de directie zodoende jaarlijks over de bedrijfscultuur zodat zij hierop nieuw beleid of bijsturing kan geven.

Deze ‘taken’heb ik even uit de vaardigheden van de opleiding Bezemer en Schubad gehaald. Mocht je bovenstaande toch niet helemaal oke vinden is dit misschien handig om te hebben.

  • De taken, verantwoordelijkheden en werkzaamheden van de vertrouwenspersoon;
  • Het beleidsmatig kader waarbinnen de vertrouwenspersoon werkt;
  • Reflectie op eigen gedrag en dat van anderen;
  • De aard, omvang en impact van de verschillende vormen van ongewenste omgangsvormen;
  • Het vóórkomen van ongewenste omgangsvormen op het werk;
  • Differentiëren tussen ongewenste omgangsvormen, arbeidsconflicten, integriteitsissues en misstanden met de daarbij behorende regelgeving en procedures;
  • Wat is ‘integriteit’ in relatie tot vermoedens van misstanden op het werk zoals dit in Klokkenluidersregelingen wordt genoemd;
  • Hoe verhoudt zich het thema integriteit tot ongewenste omgangsvormen en wat is de positie van de vertrouwenspersoon hierin;
  • Vertrouwd zijn met integriteitsissues die zich in praktijk kunnen voordoen, toegespitst op de afbreukrisico’s binnen eigen branche/sector;
  • Hoe melders terzijde staan om eigen afwegingen te maken over wel/niet intern bij het bevoegd gezag melden van een integriteitsprobleem;
  • Herkennen van grenzen wat bij de taak van vertrouwenspersoon hoort en wanneer men zal moeten doorverwijzen;
  • Eerste opvang en begeleiding van melders/klagers;
  • Begeleiding van melders/klagers in de keuze voor informele en formele oplossingsrichtingen;
  • Beoordelen wanneer verwijzing naar andere echelons vereist is, verwijsgesprekken voeren;
  • Relevante Arbowet verplichtingen van werkgevers en werknemers ten aanzien van opvang en preventie van ongewenste omgangsvormen op het werk;
  • Relevante informatie over Klokkenluidersregelingen;
  • Beoordelen of en wanneer samenwerking vereist is met andere echelons;
  • Het opstellen van een jaarplan van de vertrouwenspersoon;
  • Het opstellen van een jaarverslag van de vertrouwenspersoon.